Uit het verbrandingsproces wordt energie gerecupereerd door middel van elektriciteitsproductie. De restwarmte wordt o.a. gebruikt voor de voorverwarming van de secundaire lucht die nodig is in de installatie en de eigen verwarming van de bedrijfsgebouwen. Uit testen bleek dat er nog steeds voldoende restwarmte is die voor andere toepassingen kan worden gebruikt. Er dienden zich vier projecten aan.
1. 1. Imog / Nerva
Het naburig bedrijf Nerva toonde interesse als warmteafnemer. Nerva produceert betonwelfsels op maat van de klant. Hiervoor hebben ze een vloerverwarming geïnstalleerd om het beton te laten uitdrogen en uitreageren. Deze vloerverwarming werd met een stookolieketel verwarmd met een jaarverbruik van ongeveer 130.000 l stookolie. De productiebanen worden nu verwarmd met de restwarmte afkomstig uit het verbrandingsproces.
Na het bestaande buffervat van de thermische olie binnen de afvalverbrandingsinstallatie van IMOG werd een nieuwe warmtewisselaar geplaatst vanaf waar een transfertpomp warmwater levert aan het warmtenet met een maximale temperatuur van 105°C. Voor het ontwerp werd uit gegaan van een levering van warmte met een temperatuurverschil van 20 à maximum 30°C. Uiteraard is er een warmtemeter voorzien aan de leveringsgrens met de verdeling over publiek terrein.
Het permanent gegarandeerd vermogen hier is 1.200 kWth bij 105/85°C.
Op die manier spaart het bedrijf in haar industrieel proces 130.000 L stookolie uit per jaar. De win-win wordt tussen de beide organisaties verdeeld. De levering aan de betonfabriek was slechts een eerste begin voor Imog.
2. 2. Imog / Kuurne
Het warm water kan ook gebruikt worden om woningen te verwarmen. In Scandinavië wordt dit systeem vaak gebruikt, waarbij op een centrale stookplaats biomassa wordt gestookt en met warmwaterleidingen de omliggende huizen worden verwarmd. Imog kan de restwarmte tot aan de eigen perceelgrenzen brengen. Overleg met de netbeheerders was dus nodig om bijkomende stappen te zetten, waardoor Imog zich naast producent van elektriciteit ook producent van warmte als energierecuperatiebron kan ontwikkelen.
De gemeente Kuurne kiest voor de ontwikkeling van de nieuwe wijken Groeninghe Ververij en Leieboorden om warmtenetten in te zetten met een potentieel van 700 woningen, goed voor een oppervlakte van 15 hectare. Er zullen op termijn bijna 700 energie-efficiënte woningen worden gebouwd. In een eerste fase worden er ongeveer 350 woningen voorzien, in verkaveling Groeningheververij/Ter Perre. De bouw daarvan is in handen van projectontwikkelaars Dumobil en Paul Huyzentruyt en zal vijf jaar duren, van 2015 tot 2020. In een volgende fase komen daar nog ongeveer 400 gezinswoningen bij.
Een ‘laag energie’ wooneenheid heeft zo’n 8 MWh warmte nodig voor sanitair warm water en nog een klein aandeel als verwarming per jaar. de netwerkbeheerders en Imog ondertekenden een overeenkomst om 25 jaar warmte te leveren aan deze nieuwe verkavelingen in Kuurne. Hiervoor is een leiding onder de rivier de Leie nodig.
Eandis en Infrax richtten samen warmte@vlaanderen op om warmtenetten gezamenlijke verder uit te bouwen.
In 2016-2017 startte de aanleg van in totaal 6,6 kilometer geïsoleerde leiding om de warmte efficiënt te vervoeren van Imog naar de nieuwe verkaveling. De leiding loopt grotendeels langs de Leie, die wordt onderboord om tot bij de verkaveling te komen. Eandis zal tevens instaan voor een backup-installatie op aardgas om de warmtevraag te garanderen.
Hierbij werd een buffervat geplaatst tussen de afvalverbrandingsinstallatie en het warmtenet met een thermische opslagcapaciteit 4,7 MWth gedurende één uur zodat een volume van 200 m³ nodig is.
Door de plaatsing van een buffervat ontstaat de mogelijkheid tot reeds voorzien van de mogelijkheid tot individuele mobiele levering met transport-container. Zodoende kan IMOG;
·
3. 3.Imog / Harelbeke
Ook stad Harelbeke ziet mogelijkheden. In Harelbeke staan namelijk de volgende jaren grootscheepse stadsvernieuwingswerkzaamheden gepland. De stad wil de buurt rond de Leie grondig renoveren om zo te komen tot een volledig vernieuwde stadskern. De netbedrijven en afvalintercommunale Imog maken van de gelegenheid gebruik om tegelijk een warmtenet aan te leggen vanaf de verbrandinginstallatie van Imog tot aan het OCMW.
Langs het voorgestelde traject liggen heel wat openbare gebouwen. De stad wil alvast bekijken in welke mate het haar gebouwen op het warmtenet kan aansluiten. Daarnaast zullen bouwpromotoren en projectontwikkelaars aangespoord worden om ook op het warmtenet aan te sluiten.
Het netbedrijf koopt de warmte van Imog, transporteert die via het aangelegde warmtenet tot bij de verbruikers en zorgt voor de facturatie..
De Leiewerken die straks in Harelbeke van start gaan, bieden een unieke kans om vanaf de installatie van Imog tot aan het OCMW van Harelbeke een warmtenet aan te leggen. Toekomstige projectontwikkelaars kunnen hun woongelegenheden via dit net van zorgeloze warmte en warm water voorzien.
De netwerkbeheerders voorziet in een hoofdleiding van ± 2,1 km die Imog met de Toekomststraat verbindt. Ze voorzien de aansluiting van JH ’t Sas, Jeugddienst, brandweer, OCMW rusthuis/serviceflats, appartementenproject, school, muziekschool, residentie Barrage, daarna volgt het klooster (2018), marktontwikkeling (2020) en het OCMW rusthuis/serviceflats (2022).
In Fase 2 wordt er een aftakking voorzien van ± 0,8 km met aansluiting in 2018 van FOD financiën, FOD justitie en de appartementen Westwijk. In 2019: Serviceflats, SABV, stadhuis en rusthuis/serviceflats, appartement project Schiettecatte, assistentiewoningen. In 2019 ten slotte zou ook OC ’t Spoor en de bibliotheek kunnen worden aangesloten.
4. Mobiele installatie: Warmtevervoer via containers
Aangezien warmte eenvoudig kan worden getransporteerd, heeft ze een realistisch bereik van ongeveer 15 km in een straal rond de producent. Het is dan ook hier dat de doelgroep ligt van Imog, namelijk de gemeenten-vennoten die inzetten op groene energie. Imog diende een aanvraag in voor betoelaging voor een mogelijk proefproject met mobiele containers. Deze subsidieaanvraag bij de Vlaamse Overheid (VEA) werd goedgekeurd. De energie wordt opgeslagen in een transportmedium, water of natriumacetaat, op een temperatuur van ongeveer 95°C. Na het aanleveren wordt de container aangesloten op de binnen installatie via flexibele leidingen zodat de warmte kan uitgewisseld worden met de verbruiker. Toepassingen zijn bijvoorbeeld een zwembad, administratief centrum of bibliotheek. Er is steeds plaats voor twee containers zodat er continuïteit is in aanlevering en toch voldoende reserve aanwezig is.
De inhoud van een energiecontainer is minstens 2,2 MWh th of dit is niet toepasbaar voor huishoudelijke installaties dan wel voor industrie of voor utiliteitsgebouwen zoals een zwembad.
Het is dan ook hier dat de doelgroep ligt van IMOG namelijk zijn gemeente-vennoten die inzetten op hernieuwbaarheid en tegelijk ook een herkenbaarheid van de afvalverwerking willen inbrengen. Men mag het ‘zichtbaarheids-aspect’ niet onderschatten dat de burger dan een container met warmte gegenereerd uit zijn afvalzak terug ziet worden toegepast.
Toepassingen worden vandaag reeds onderzocht bij gemeenten voor gebouwen of installaties die ook een continue warmteverbruik hebben;
· Zwembad
· Administratief centrum / bibliotheek
· Waterzuivering.
Momenteel zijn de onderhandelingen met diverse steden en gemeenten lopende voor de levering van warmte aan zwembaden (Kuurne, Kortrijk, Avelgem)